CTG

Een CTG (Cardiotocogram) registreert de hartslag van je baby en eventuele weeënactiviteit. Dit onderzoek geeft informatie over de conditie van je baby en duurt minimaal 30 minuten. Twee banden met sensoren worden om je buik geplaatst: één voor de hartslag en één voor weeënactiviteit. De verloskundige kijkt of het CTG onderzoek nodig is tijdens de zwangerschap. Indien gewenst zal jouw eigen verloskundige het onderzoek voor je inplannen.

Wanneer wordt een CTG gemaakt?
Er zijn drie belangrijke redenen om een CTG te laten maken:

1. Minder leven voelen
   Maak je je zorgen omdat je minder beweging voelt? Neem dan contact op met je verloskundige. Vaak wordt er een CTG gemaakt in combinatie met een echo. Het CTG geeft informatie over de conditie van je baby, en de echo laat de groei, hoeveelheid vruchtwater en bewegingen zien.
2. Na een versie (draaiing bij stuitligging)
   Bij een stuitligging kan je kiezen voor een uitwendige versie. Na deze draaiing wordt een CTG gemaakt om te controleren of alles goed gaat.
3. Rond 41 weken zwangerschap (naderende serotiniteit)
   Bij een zwangerschap tussen 41 en 42 weken worden twee controles uitgevoerd. Tijdens de eerste controle krijg je een CTG en een echo; bij de tweede controle alleen een CTG. Als alles goed is, kan je verloskundige de zwangerschap blijven begeleiden tot 42 weken. Bij afwijkingen word je doorverwezen naar het ziekenhuis.

Een CTG wordt vaak gecombineerd met een echo voor een compleet beeld en als je zorgen hebt, neem altijd eerst contact op met je eigen verloskundige.